We zitten mooi op planning. Het is tijd om de brolcontainer uit te kuisen om te kijken of we enkele computers kunnne recupureren. Alle computers die we kunnen vermaken gaan naar Newman College om daar een deftige computerklas te maken.

We beginnen met alle complete brol weg te gooien. Gewapend met een stekker, een stopcontact en een scroevendraaier doen we de container open. Eén voor een halen we de computers er uit en kijken we of ze nog aan gaan. Eerst testen we de voeding, dan kijken we of de harde schijf draait en of de cdrom/dvd speler nog open gaat. Ook smijten we alle computers weg die echt te oud zijn (zoals een computer die nog een printer heeft ipv een scherm).

De computers die niet meer aan gaan halen we volledig uit elkaar. Alles wat wel nog werkt halen we er uit en daarna leggen we het lege skelet op de “geen-hoop-hoop”. Alles wat nog te redden valt leggen we op de “hoop-hoop”.

Terwijl ik de computers uit de container haal kom ik opeens op een computer vol gescheurd papier en kapotte plastiekzakken. Ik krijg wat argwaan en pak een stokje om er wat in te porren. Meneer de hele dikke muis komt vermoeid uit zijn nest en kijkt mij slaperig aan. Meneer de hele dikke muis werpt mij een blik van “wat komt gij hier doen” en hobbelt zo rustig als dat ge nog nooit een muis hebt zien hobbelen verder de container in. Met de computer van meneer de hele dikke muis kunnen we nietveel doen aangezien hij de computer heeft gebruikt als persoonlijke tandvijl.

Na een dag werken hebben kunnen we de helft van de computers op de “geen-hoop-hoop” leggen . Morgen kunnen we beginnen met de computers van de hoop-hoop te fixen.  We gaan naar het centrum om te vragen of er iemand geïnteresseerd is om oude/kapotte computers op te kopen. Na lang zoeken vinden we toch iemand die eens wil komen kijken. Een goed gebouwde Tanzaniaan met een bompa-klaksken geeft mij zijn nummer en wil morgen eens langskomen.